Successierechten: Brussels Hoofdstedelijk gewest

Een overzicht van de successierechten zo de overledene zijn fiscale woonplaats in het Brussels Hoofdestedelijk gewest had.

 
Tarieven
Bron: art. 48-53 Br. W.Succ.
In rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden (1) (2)
Gedeelte van het nettoaandeel
Tarief
€ 0 - € 50.000
3%
€ 50.000 - € 100.000
8%
€ 100.000 - € 175.000
9%
€ 175.000 - € 250.000
18%
€ 250.000 - € 500.000
24%
vanaf € 500.000
30%
Tussen broers en zusters (1)
Gedeelte van het nettoaandeel
Tussen broers en zusters
€ 0 - € 12.500
20%
€ 12.500 - € 25.000
25%
€ 25.000 - € 50.000
30%
€ 50.000 - € 100.000
40%
€ 100.000 - € 175.000
55%
€ 175.000 - € 250.000
60%
meer dan € 250.000
65%
Tussen ooms, tantes, neven, nichten en anderen (3)
Gedeelte van alle nettoaandelen samen
Tussen ooms, tantes, neven
en nichten
Tussen
alle anderen
€ 0 - € 50.000
35%
40%
€ 50.000 - € 75.000
50%
55%
€ 75.000 - € 100.000
50%
65%
€ 100.000 - € 175.000
60%
65%
meer dan € 175.000
70%
80%
(1) Er wordt een aparte grondslag gevormd per rechtverkrijgende.

(2) Voor overlijdens sinds 01.01.2024 worden feitelijk samenwonenden voor de successierechten gelijkgeschakeld met gehuwden en wettelijk samenwonenden waardoor zij de tarieven in de rechte lijn genieten na één jaar ononderbroken samenwonen (art. 4, c) Ordonnantie van 06.07.2023, BS 27.09.2023).

(3) De tarieven worden berekend op de som van de nettoaandelen, verkregen door alle erfgenamen van deze groep. De verschuldigde rechten worden vervolgens proportioneel verdeeld over deze erfgenamen.
Verlaagde tarieven, vrijstellingen en verminderingen
Gezinswoning
Partners
De vererving van de gezinswoning is vrijgesteld van successierechten voor gehuwden en wettelijk samenwonende partners (WSP) indien deze op het ogenblik van het overlijden bestemd was tot hoofdverblijfplaats (art. 55bis Br. W.Succ.).

Voor overlijdens sinds 1 januari 2024 worden feitelijk samenwonenden voor de successierechten gelijkgeschakeld met gehuwden/WSP waardoor zij tevens de vrijstelling van de gezinswoning genieten na drie jaar ononderbroken samenwonen (Ordonnantie van 06.07.2023, BS 27.09.2023).

Vriendenerfenis

Voor overlijdens sinds 1 januari 2024 kunnen vrienden of verre verwanten (een broer of zus of verdere familieleden) in totaal € 15.000 erven aan een tarief van 3%. Dit voordeel kan echter slechts éénmaal per nalatenschap worden toegekend (aan één erfgenaam of gespreid over meerdere) en moet uitdrukkelijk in een testament vermeld worden.

Wanneer er meerdere begunstigden worden aangeduid voor de vriendenerfenis, wordt een pro rataverdeling toegepast volgens de persoonlijke nettoverkrijging in verhouding met de gezamenlijke nettoverkrijging van al de begunstigden van dit voordeel, tenzij anders bepaald in het testament (Ordonnantie van 06.07.2023, BS 27.09.2023).

Erfgenamen in rechte lijn
Gezinswoning – Tarief in rechte lijn (1)
Gedeelte van het nettoaandeel
Tarief
€ 0 - € 50.000
2%
€ 50.000 - € 100.000
5,30%
€ 100.000 - € 175.000
6%
€ 175.000 - € 250.000
12%
€ 250.000 - € 500.000
24%
meer dan € 500.000
30%
(*) minstens vijf jaar als hoofdverblijfplaats gediend bij het overlijden
(1) voor overlijdens sinds 01.01.2024 worden feitelijk samenwonenden voor de successierechten gelijkgeschakeld met gehuwden en wettelijk samenwonenden waardoor zij de tarieven in de rechte lijn genieten na één jaar ononderbroken samenwonen (art. 4, c) Ordonnantie van 06.07.2023, BS 27.09.2023).
Bron: art. 60ter Br. W.Succ.
Familiale onderneming
Er geldt een gunsttarief voor de vererving van familiale ondernemingen. Het kan gaan om eenmanszaken, vrije beroepers en vennootschappen (art. 60-60bis/3 Br. W.Succ.).
  • Tarief van 3%: vererving in rechte lijn, tussen echtgenoten of samenwonenden (1)
  • Tarief van 7%: vererving tussen andere personen

(1) Voor overlijdens sinds 1 januari 2024 worden feitelijk samenwonenden voor het verlaagde tarief in de successierechten gelijkgeschakeld met gehuwden/WSP na drie jaar ononderbroken samenwonen (art. 4, c) Ordonnantie van 06.07.2023, BS 27.09.2023).

Het verlaagd tarief is onder meer aan de volgende voorwaarden onderworpen:
  • familiaal karakter van de onderneming of de vennootschap;
  • de onderneming moet een reële economische activiteit uitoefenen;
  • de hoofdactiviteit van de onderneming moet gedurende minstens drie jaar zonder onderbreking voortgezet worden.
Opmerking: Deze regeling is van toepassing op nalatenschappen opengevallen na 1 januari 2017.
Bepaalde overheden en goede doelen
Tarief
Begiftigde
0%
  • het Brussels Hoofdstedelijk gewest;
  • de Brusselse agglomeratie;
  • de Franse, Vlaamse en Duitstalige gemeenschap en het Vlaams en Waals gewest;
  • de publiekrechtelijke rechtspersonen die gelijkgesteld zijn met die hierboven vermeld, en die opgericht zijn volgens en onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere lidstaat van de EER;
  • een lidstaat van de EER;
  • de openbare instellingen van de publiekrechtelijke rechtspersonen hierboven vermeld.
6,6%
  • gemeenten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk gewest en hun openbare instellingen;
  • de door de Brusselse gewestelijke huisvestingsmaatschappij erkende maatschappijen en de cvba Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk gewest;
  • de intercommunales van het Brussels Hoofdstedelijk gewest;
  • de stichtingen van openbaar nut.
12,5%
  • verenigingen (en andere rechtspersonen) zonder winstoogmerk die door de federale overheidsdienst erkend zijn overeenkomstig art. 104 en 110 WIB 92.
25%
  • (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk;
  • ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen;
  • beroepsverenigingen;
  • private stichtingen.
(1) Deze gunsttarieven zijn eveneens toepasselijk op gelijkaardige rechtspersonen in de EER.
Bron: art. 55, 59 en 60 Br. W.Succ.
Diverse
Erfgenamen in rechte lijn en de langstlevende krijgen steeds een vrijstelling van de successierechten op de eerste schijf van:
€ 15.000
Alle anderen krijgen een vrijstelling van successierechten op de eerste schijf van:
€ 1.250
Iedere erfgenaam met minstens 3 kinderen onder de 21 jaar krijgt een vermindering per kind onder de 21 jaar (met een maximum van € 62 per kind) van:
2%
Voor de langstlevende en de wettelijk samenwonende worden deze cijfers verdubbeld:
4% per kind onder de 21 jaar met een maximum van € 124 per kind.
Kinderen onder de 21 jaar krijgen voor elk vol jaar tot hun 21ste een bijkomende vrijstelling van:
€ 2.500
De langstlevende krijgt een bijkomende vrijstelling die gelijk is aan de helft van de bijkomende vrijstellingen die de gemene kinderen onder de 21 samen krijgen.
Bron: art. 54 tot 60ter Br. W.Succ.